Vandaag verscheen de eerste aanzet voor een nieuwe beleidsvisie van het college over de mobiliteit in de stad. Daarin trekt het college de conclusie dat een autoverbinding – ook met maximale inzet op het terugdringen van autoverkeer – een toegevoegde waarde heeft voor het bereiken van dit deel van de stad. De verbinding zou kansen bieden om de leefbaarheid op andere plekken in dit deel van de stad te verbeteren omdat de verkeersdruk daar dan afneemt. Het college ziet daarom geen reden om de besluiten die in 2016 en 2018 over een autoverbinding in de Oosterhamrikzone te herzien. Daarbij wordt vastgehouden aan de voorkeursvariant splitsing, waarbij het autoverkeer langs de Oosterhamrikkade wordt geleid en bussen door de Vinkenstraat en de E. Thomassen à Thuessinklaan gaan.
Het bericht is teleurstellend. We hadden van
dit college gehoopt dat het anders zou denken over het Oosterhamriktracé dan
het voorgaand college. De inhoud van het coalitieakkoord wees ook in een andere
richting. Onlangs was de gemeente tijdens een bijeenkomst van Lets Gro nog in
jubelstemming over het terugdringen van autoverkeer, terwijl een nieuwe
auto-ontsluitingsweg per definitie een aanzuigende werking heeft op autoverkeer.
Heel bedenkelijk zijn de ontwikkelingen die in november 2018 hebben
plaatsgevonden rondom de drie bruggen over het Van Starkenborghkanaal. Er lijkt
toen al op ondemocratische wijze een richting te zijn gekozen, die door dit
college nog moeilijk terug te dringen valt.
Het college kan zich voorstellen dat de autoverbinding in de nieuwe visie een andere functie krijgt dan tot nu toe gezien. Gedoeld wordt op een lagere snelheid (30 km/u) en een verblijfsvriendelijke vormgeving. Het college wil overigens meer aandacht geven aan de door ons telkens opgeworpen zorgpunten (geluid, lucht veiligheid en barrièrewerking). Er wordt op deze punten overigens geen enkele toezegging gedaan.
Er wordt in 2021 nog geen definitief ontwerp vastgesteld voor de auto-bus en fietsverbinding. Het college koerst op een samenhangend pakket voor de bereikbaarheidsprojecten in de Oosterhamrikzone in 2024. Het lijkt een uiteindelijk realisatiebesluit over de te vervangen busbaanbrug is op z’n vroegst in 2026 te verwachten. In dat geval is oplevering en openstelling pas in 2028 aan de orde.
Maar hier mogen ze niet mee weg komen.
In het coalitieakkoord staat het klip en klaar. Alleen een OHZ tracé als alle alternatieven zijn verworpen.
“In dit licht zoeken we naar alternatieven voor de autoverbinding door de Oosterhamrikzone (OHZ). Deze verbinding komt pas in beeld als alternatieven niet voldoen en alleen dan als de negatieve effecten van een autoverbinding in de omgeving substantieel worden opgevangen. De leefkwaliteit staat voorop en om deze zo goed mogelijk te borgen betrekken we belanghebbenden hierbij. We gaan verder met de planvorming van zowel de OHZ als de alternatieven, zodat we in 2021 een afgewogen besluit kunnen nemen. ”
Zijn er alternatieven onderzocht, en als onvoldoende beoordeeld? Ik krijg de indruk dat men denkt: we leggen het even in de ijskast en toveren het na een jaar weer tevoorschijn. Kijken hoe ze reageren. Ik weet niet waar die ‘aanzet tot een beleidsvisie’ staat, maar dit riekt naar opgewarmde prak.